Ik heb deze preek gisteren met m'n gezin thuis beluisterd.
Een ernstige leerrede met een oprechte oproep tot geloof en bekering.
Persoonlijk geloof ik ook dat dit het merkteken van Gods kinderen is:
En ziet, een zeker wetgeleerde stond op, Hem verzoekende, en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven beerven? En Hij zeide tot hem: Wat is in de wet geschreven? Hoe leest gij? En hij, antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven. En Hij zeide tot hem: Gij hebt recht geantwoord; doe dat, en gij zult leven. (Lukas 10:25-28, Deut. 6:1-8)
Hierin had God de mens immers geschapen. Hierom zegt de apostel in Rom. 7, de wet die mij ten leven was is mij ten dood bevonden. Door de zondeval is de wet door ons zondige vlees dus krachteloos geworden, Rom. 8:3.
Hierom moet het recht der wet in en door de kruisdood en opstanding van Christus in ons vervuld worden, willen we in Hem ooit zalig kunnen worden.
Het recht der wet waarin God de mens had geschapen was: doe dat en gij zult leven.
Na de zondeval werd dit recht omgezet in: de ziel die zondigt zal de dood sterven.
Ik heb hier onlangs een meditatie over geschreven:
http://www.dewoesteweg.nl/artikelen-med ... en-in-ons/