Arminiaan Gert Van den Brink leert vals evangelie en onbijbelse uitverkiezing

Posted by admin | | maandag 5 september 2022 11:22 am

En als Hij nu alleen was, vraagden Hem degenen, die omtrent Hem waren, met de twaalven, naar de gelijkenis [over de zaaier]. En Hij zeide tot hen: Het is u gegeven te verstaan de verborgenheid van het Koninkrijk Gods; maar dengenen, die buiten zijn, geschieden al deze dingen door gelijkenissen; opdat zij ziende zien, en niet bemerken, en horende horen, en niet verstaan; opdat zij zich niet te eniger tijd, bekeren en hun de zonden vergeven worden, Markus 4 vers 10-12.

12) die buiten zijn
Namelijk die buiten het getal van mijne schapen zijn, of die geen rechte leden der gemeente zijn; Joh. 10 vers 26; Rom. 9 vers 6-8
 
13) opdat zij ziende zien
Met deze woorden, genomen uit Jes. 6:9, wordt verklaard het oordeel Gods over degenen, die het Evangelie ongehoorzaam zijn, zie Matth.13:14, en 2Thess.2:11-12

djk – lees hier

Luister en huiver vanaf 22e minuut, enkele trefwoorden:

1. Gods wil des bevels is gelijk aan Gods wil van goedkeuring

2. God verlangt ernaar en ziet er naar uit dat u gaat geloven

3. Als jij gelooft, verblijdt God Zich daarover….dit is de wil van Zijn goedkeuring

4. Gods wil van goedkeuring geldt niet alleen de verkorenen, maar ook de verworpenen

5. Probeert u dan ook eens te geloven, want het heeft de goedkeuring van God…

 

Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; niet uit de werken, opdat niemand roeme. Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen, (Efeze 2 vers 8-10)

26) door het geloof
Namelijk waardoor deze genade Gods in Christus van ons wordt aangenomen en ons toegeëigend; Joh. 1:12; Rom. 3:24,25.
 
27) dat niet uit u
Namelijk dat is niet uit u, dat gij gelooft. Want anders zou de apostel één ding tweemaal zeggen, en niet alleen de zaligheid zelve, maar ook het geloof is ene gave Gods. Zie Filipp. 1:29; 2 Tim. 1:9, enz.
 
30) God voorbereid
Of, God tevoren heeft bereid; namelijk in Zijn eeuwigen raad, of ook door Zijnen Geest in ons. Zie Hebr. 8:10, enz.

 

==================================

 

Gelijk geschreven is: Jakob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat. Wat zullen wij dan zeggen? Is er onrechtvaardigheid bij God? Dat zij verre. Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben. Zo is het dan niet desgenen, die wil, noch desgenen, die loopt, maar des ontfermenden Gods. Want de Schrift zegt tot Farao: Tot ditzelve heb Ik u verwekt, opdat Ik in u Mijn kracht bewijzen zou, en opdat Mijn Naam verkondigd worde op de ganse aarde. Zo ontfermt Hij Zich dan, diens Hij wil, en verhardt, dien Hij wil. Gij zult dan tot mij zeggen: Wat klaagt Hij dan nog? Want wie heeft Zijn wil wederstaan? Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengene, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt? Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere? (Rom.9:13-21)

 

William Huntington — Het arminiaans geraamte ontmaskerd

Matthew Meade — Over het onderscheid tussen gaven en genade

William Gadsby over de prediking van het evangelie en aanbod van genade

Johannes Calvijn over de verkiezing en de verwerping Gods van eeuwigheid

Van der Groe over de valse rechtvaardigmaking der tijd- en waangelovigen     

Van der Groe over tien valse schijnbekeringen in het christendom    

Van der Groe over hoe geveinsden Zijn algemene gaven ook deelachtig worden 

Dr. C.A. Van der Sluijs — Stop met het ridiculiseren van leer uitverkiezing

   

 

  djk – lees hier

 

Dominee A. Kort schrijft brief aan dr. Van den Brink  (bron-link)
“In onze gereformeerde gezindte klinkt een misleidende boodschap die veel mensen verlamt en vergiftigt”, stelde dr. G.A. van den Brink onlangs in een lezing voor Geloofstoerusting. De hersteld hervormde predikant luidde de noodklok over een volgens hem “levensgevaarlijke dwaling” die in de rechterflank van reformatorisch Nederland wordt verkondigd. De lezing leidde tot veel reacties. Deze week (deze openingsbrief wordt dinsdag 6 september gepubliceerd, red.). start Cvandaag een briefwisseling tussen ds. A. Kort, predikant van de Oud Gereformeerde gemeente in Nederland te Krimpen aan den IJssel en Van den Brink. Ds. Kort trapt vandaag af op dinsdag 06-09-2022.

 

Geachte medeleraar in de bediening van het Woord,

We vernamen van u een ernstige, al of niet terechte waarschuwing aan het adres van vele predikers in onze (reformatorische) gezindte. Dat is uw goed recht, want wij allen hebben gezondigd en we dienen ons daarvan goed bewust te zijn. Bovendien verkeren we in een toestand die er niet rooskleurig uitziet. Gods oordeel ligt over alle kerken in Nederland. Naast de overheid zijn we als kerken het pad helemaal kwijt. Gelukkig als we hierover nog gewaarschuwd worden. Onze afwijkingen zijn groot en onze afval des te meer (Jes. 1). We hebben Zijn Woord en dienst verlaten. In ieder geval bedankt daarvoor. U hebt op een bepaald punt gelijk, want in de volle breedte van ons kerkelijke leven zijn er genoeg leraars die totaal geen roeping hebben tot het gewichtvolle ambt van predikant. Zo-even vroeg ik mij af of uw aantijgingen naar onze gezindte wel of niet terecht zijn. Er is veel aan de hand in het kerkelijke leven. Als wereldling wist ik van niets, maar al gauw werd ik het verschil tussen uitwendige godsdienst en Godsvreze gewaar; dat is nauwkeuriger uitgedrukt, een eeuwigheidsverschil. Kort gezegd: Het ware Godsleven is er wel of niet. Alleen door genade behoren we tot het koninkrijk van God. Dat geldt ook voor leraars als u en mij. Ik kreeg uw lezing voor de jongeren door op mijn mailbox ter inzage: een pakkend onderwerp met een prikkelend thema. Ik las het vluchtig door, maar haakte spoedig af. Ik dacht: Dit is niet waar, stop ermee. Discussie hierover is vruchteloos; hete hoofden, koude harten.

 

Schuldbelijdenis
Wel bleven enige van uw opmerkingen hangen. Waar hebt u wel of waar hebt u geen gelijk in, werd mijn vraag. Ikzelf heb het nodige ook al meegemaakt in eigen kringen. De mensen die ik achtte, hebben mij niets toegebracht (Gal 2:6). U hebt op een bepaald punt gelijk, want in de volle breedte van ons kerkelijke leven zijn er genoeg leraars die totaal geen roeping hebben tot het gewichtvolle ambt van predikant. Er is een overvloed aan zelfbedrog, als Gods Geest gemist wordt. Jammer genoeg hebben velen de leer der Schrift verbasterd, het Evangelie voorwaardelijk gemaakt en Jezus verloochend. De Heidelbergse Catechismus wordt door velen verzaakt of niet meer begrepen en goed uitgelegd. Dat geldt ook van de kanttekeningen (SV). Dus ik begin met een schuldbelijdenis. U hebt gelijk, wij zijn van het heilspoor afgegaan. We creëerden in alle kringen een eigensoortige bevinding. Dat smart mij net zo goed als het u zal kunnen smarten. Het gezonde geloof is ver te zoeken en maakte plaats voor valse beschouwingen, inbeeldingen en mystiek. Maar nu ter zake. Ik heb ook wel wat op- en aan te merken over uw ziens- en spreekwijze van het door u gekozen onderwerp. Er valt heel wat af te dingen op uw beweringen en gemaakte toepassingen. Naar mijn mening laat u het een en ander van groot belang wel liggen. Dat komt vaak voor als we op een of ander thema gefixeerd zijn. Zo kunnen we steeds maar hameren op de leer van wedergeboorte, geloof, rechtvaardigmaking en andere leerstukken van het Evangelie, alsof er niets anders meer in de Bijbel staat. Ook de leer van de Godskennis, verzoening, verlossing door Jezus Christus zijn van wezenlijk belang voor onze zaligheid. Als we ons beperken tot enkele zaken waarover we graag twisten, houden we maar een kleine Bijbel over. De volle raad Gods moet gepredikt worden. Door uw aanval op predikers, die dit preken, gaat er veel verloren aan de rijkdom en schatten van Gods Woord. Het vooropgezette doel van uw uiteenzetting heeft niet het juiste effect, maar werkt polariserend. Ik wil nu inhoudelijk ingaan op uw lezing. De volle raad Gods moet gepredikt worden. Door uw aanval op predikers, die dit preken, gaat er veel verloren aan de rijkdom en schatten van Gods Woord.

 

Inhoudelijke kritiek
U gaat uit van vier aandachtspunten waarin de christenen onderling niet verschillen. Vandaaruit komt u tot de probleemstelling. Uw bedoeling is hier niet al te duidelijk. Het mist de handvatten. Gaat het over een algemeen geloof of over het zaligmakende geloof dat ons rechtvaardigt? Zo het lijkt kan het hier niet over het ware-, maar wel over het algemene geloof te gaan, of u moet het historische geloof voor zaligmakend houden. Het doen gaat bij u voorop. Jammer, de wet leert wat we doen moeten en het Evangelie leert dat het gedaan is. Dit uitgangspunt kan echter uw visie op de gereformeerde gezindheid niet veilig te stellen. Een historisch geloof van de goddelijke waarheid is niet genoegzaam voor onze zaligheid. Daarover straks meer. Dan volgt er een zeer zware beschuldiging waarin u iedereen aanklaagt die in dit opzicht met u verschilt. In het slot zegt u met bedekte termen dat u het bij het juiste eind hebt. Hiermee claimt u de waarheid. Dit bracht mij ertoe om uw lezing te beluisteren. Daar merkte ik uw aarzelingen en zwakte van uw referaat. Sommige delen zijn echt wazig en bij mist kon u beter niet uitvaren. Het zij zo. Uw aanklachten zijn wel duidelijk. Ze zijn niet mis. Het betreft de beschuldiging van leraars van het Evangelie. Ze halen geen voldoende en zij zijn vals. Als ik het goed begrijp moet volgens u de beslissing van het een of ander niet bij God (in de eeuwigheid) maar bij onszelf liggen (in de tijd). Dat is een duistere bewering. Volgens u zijn de predikers fout die de beslissing over onze eeuwige bestemming in de verkiezing laten vallen.

 

Noodzaak ellendekennis
Secundair noemt u ook dat de wedergeboorte of onze ellendekennis hier niet voor in aanmerking komen. Hier gaat het faliekant mis. Dan is Paulus ook een leugenaar, die in Romeinen 8 (vs. 29,30) de orde des heils heeft geleerd. Daar begint hij tot onze troost bij de voorkennis van God. Hij heeft ons de zaligheid verordineerd, ja al van eeuwigheid. Zo gaf Hij de Zijnen het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn. Dat geschiedt in de tijd, door de vereniging met Jezus in een waar geloof. Vanuit deze verkiezing riep Hij hen liefdevol met een krachtdadige, inwendige, onweerstaanbare en Goddelijke roeping tot de zaligheid in Christus Jezus. Daar worden we niet als brave pieten, die een belangrijke keuze maken om wel of niet te geloven, maar als goddelozen en geheel verloren zondaren gerechtvaardigd. Niet rechtvaardigen, maar vijanden worden met God verzoend. Nee dominee, deze vlieger gaat niet op.

Helaas weerspreekt u ook de Heere Jezus, die Nicodémus en ons allen bij eed zegt dat we wederom geboren worden (Joh. 3:3). U wil toch ook niet beweren dat we onze ellende niet moeten kennen? Paulus zegt die te kennen uit de wet van God (Rom. 3:20). U weet toch ook nog wel van de driestukkenleer. De Bijbel en onze vaderen zijn daar duidelijk in. Dat is ook onze bevinding als we uit genade tot bekering komen. Het moeten geloven is een nieuwe wet (neonomianisme). Naar mijn mening hebt u met deze beschuldigingen wind gebaard. U zet zeer integere mensen, die de volle waarheid verkondigd hebben, in een kwaad daglicht. Dat is een ernstig zaak, vriend. U beschuldigt hen onterecht van leugen. U had beter na moeten denken. Hun uitleg van de Schrift is geen aanvulling op het Evangelie, maar laat het nog meer schitteren. Het is geen aanpassing of verzwakking van het Evangelie, maar het toont haar volle rijkdom. Deze prediking is geen verwoesting van het Evangelie, maar het doet van al het onze afzien. Als er geen verkiezing was, is er geen zaligheid. God heeft de Zijnen met een eeuwige liefde liefgehad. De openbaring van Zijn liefde is niet alleen in het Woord en de belofte van Evangelie, maar ook in de harten der gelovigen; door de Heilige Geest. Zijn dan de gelovigen niet alleen de uitverkorenen? Moeten die voor zichzelf beslissen? Als dit waar is, was er geen enkele bekeerling. Nee, voor hen brak de welaangename tijd en de dag der zaligheid aan. Hun ging het licht op in de duistere nacht van hun ellende. De zonden werden hen vergeven. Zo worden we van zonden, duivel, dood en hel verlost. God zij alle roem, eer en heerlijkheid. God werkt niet buiten het recht om. We komen eerlijk aan de zaligheid. Niet wij, maar Hij is eraan begonnen. En Hij wist waar Hij aan begon.

 

Verwarring
Dat strekt tot onze verwondering, en niet tot on-geloofsvragen; van hoe weet ik dat ik uitverkoren ben; dat ik bekeerd of behouden ben? Net alsof dat vragen zijn (Luc. 13:23), die ik bij de beslissing over mezelf moet beantwoorden (vs. 24). Dat doen we dan wel even. Nee vriend, God moet ervan afweten, en dan weten wij het ook. Natuurlijk zijn er strijd en worstelingen, maar we lossen die problemen met uw (veronder)stellingen niet op. De verwarring wordt er eerder groter van, vooral omdat u godzalige leraars in diskrediet brengt. Jammer, heel jammer dat u dit niet heeft ingezien. Lees Paulus in zijn brief Efeze (hfst. 1) er nog maar eens op na. Hoe duidelijk geeft Hij ons de kern van het Evangelie weer. Daarbij verbleekt en verdampt de gehele redenering van uw betoog over de zaken van het geloof. Ik laat het verder even rusten. Ik hoop het vervolg van deze lezing nog aan de orde te stellen. Ik hoor nog wel van u.

 

Met vriendelijke groet,

Ds. A. Kort

 

====================================================

 

Reactie van dominee A. Kort op dwaalleringen G. Van den Brink  d.d. 06-09-2022

Reactie dr. Gert Van den Brink op antwoord van dominee A. Kort d.d. 08-09-2022

Reactie van dominee A. Kort op dwaalleringen G. Van den Brink  d.d. 13-09-2022

Reactie dr. Gert Van den Brink op antwoord van dominee A. Kort d.d. 15-09-2022

Slotbrief van dominee A. Kort op dwaalleringen G. Van den Brink d.d. 20-09-2022

Reactie dr. Gert Van den Brink op antwoord van dominee A. Kort d.d. 22-09-2022

DJK – Kort nawoord over polemisch geschil ds. A. Kort versus G.A. Van der Brink