Bloed der martelaren

Posted by admin | | zaterdag 25 oktober 2008 11:02 am

Haemstedius – levensloop en  boek der martelaren    &   op internet

 

De hovaardij en opgeblazenheid der roomse pausen 

 

Historie der martelaren – deel 1

 

Historie der martelaren – deel 2

 

Historie der martelaren – deel 3

 

Historie der martelaren – deel 4

 

Historie der martelaren – deel 5

 

Historie der martelaren – deel 6

 

Historie der martelaren – deel 7

 

Het lijden en sterven van Ignatius – bisschop van Antiochië

 

PPS : “Het vergoten bloed der martelaren – het zaad der kerk”

Bloed der martelaren (tekeningen) :  deel 2             &    refdag.nl

 

 

Openb. 19 vers 1-6 : En na dezen hoorde ik als een grote stem ener grote schare in den hemel, zeggende: Halleluja, de zaligheid, en de heerlijkheid, en de eer, en de kracht zij den Heere, onzen God. Want Zijn oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig; dewijl Hij de grote hoer geoordeeld heeft, die de aarde verdorven heeft met haar hoererij, en Hij het bloed Zijner dienaren van haar hand gewroken heeft. En zij zeiden ten tweeden maal: Halleluja! En haar rook gaat op in alle eeuwigheid. En de vier en twintig ouderlingen, en de vier dieren vielen neder, en aanbaden God, Die op den troon zat, zeggende: Amen, Halleluja! En een stem kwam uit den troon, zeggende: Looft onzen God, gij al Zijn dienstknechten, en gij, die Hem vreest, beiden klein en groot! En ik hoorde als een stem ener grote schare, en als een stem veler wateren, en als een stem van sterke donderslagen, zeggende: Halleluja, want de Heere, de almachtige God, heeft als Koning geheerst. Laat ons blijde zijn, en vreugde bedrijven, en Hem de heerlijkheid geven; want de bruiloft des Lams is gekomen, en Zijn vrouw heeft zichzelf bereid.

 

 

met bijbehorende kanttekeningen:

 

1) na dezen hoorde
Dat is, nadat het Roomse Babylon nu eindelijk, door een bijzonder oordeel Gods, was verbrand en uitgeroeid, gelijk in Openb. 18 verhaald is.

2) ener grote schare
Namelijk dergenen die met Christus in den hemel triomferen, en Zijn troon omringden, Openb. 7:9; gelijk zij tot dezen lofzang in Openb. 18:20, door den engel worden vermaand.

3) Halleluja
Dat is, loofd God; een Hebreeuwse wijze van spreken, die in vele psalmen voorkomt; welke in het Griekse en andere Kerken ook behouden is, omdat zij zeer algemeen en bekend was, gelijk ook het woord amen, hosanna, abba, enz.

4) de zaligheid
Deze eigenschappen worden hier God niet toegewenst, daar Hij die altijd heeft bezeten; maar worden in Hem erkend en geprezen, omdat Hij die metterdaad nu voor een ieder had geopenbaard. Zie dergelijke hiervoren Openb. 5:12, en Openb. 7:12, en elders meer.

5) waarachtig
Dat is, naar Zijn waarheid en rechtvaardigheid uitgevoerd; daar Hij zulks tevoren den Zijnen had beloofd, en den vijanden Zijner gemeente gedreigd. Zie Ps. 9:9.

6) de grote hoer
Zie hiervoor Openb. 17:1.

7) ten tweeden maal
Namelijk om aan te wijzen met hoe groten ernst zij zulks deden.

8) in alle eeuwigheid
Grieks in de eeuwigheden der eeuwigheden.

9) de vier en twintig
Namelijk die met de vier dieren rondom den troon Gods waren. Waarvan zie breder Openb. 4:4,6, en Openb. 5:8.

10) uit den troon
Namelijk van den hemel, waarvan meermalen hiervoor is gezegd. En deze stem strekt daartoe, om alle dienstknechten Gods in hemel en op aarde te vermanen tot een nieuwen lofzang over de weldaden, die God Zijn gemeente in de laatste komst van Christus ten oordeel nu gaat bewijzen, gelijk uit de verklaring zal blijken.

11) gij al Zijn dienstknechten
Namelijk niet alleen gelovigen in hemel en op aarde, maar ook engelen, die zichzelf mededienstknechten der gelovigen erkennen te zijn, hierna Openb. 19:10, en Openb. 22:9.

12) grote schare
Grieks vele.

13) heeft als Koning
Dat is, nu komt de tijd dat Hij al Zijn vijanden onder onze voeten gebracht hebbende, en het rijk van den antichrist, van den satan en der wereld vernietigd hebbende, alleen zal heersen, en zulks voor de gehele wereld zal betonen; 1 Cor. 15:24. Want hoewel Hij altijd als koning heeft geheerst, zo is Zijn rijk onder velen, door de tirannie dezer anderen, en door Zijn verdraagzaamheid daarin, naar het oordeel der wereld, zeer verduisterd geweest.